Dan maar aan de picknick, met het bekende. Langzaam aan gaan we terug, over de asfaltweg tussen de duinen door. Aan het eind is nog de Sesriem Canyon, deze Canyon is ontstaan door een rivier die het zachte steen heeft uitgesleten. Wel weer een stukje naar beneden lopen, maar ook hel erg mooi. We lopen tot het eindpunt en klimmen er uit. Als laatste gaan we ons entrékaartje kopen, dat moet je laten zien om het park uit te kunnen. Als we in het hotel terug zijn ga ik eerst zand weg douchen, overal zand. We rusten even en dan begeven we ons naar onze sun-downer op de quad. Het wordt een geweldige tocht, we gaan de bergen in, omhoog en omlaag. Minpuntje, we stoppen en mogen weer een duin op klimmen, dat hadden we allemaal eerder gedaan vandaag, maar vier van de zes zijn dan toch boven gekomen. De beloning is een heel mooi weids uitzicht waar de zon al begint te dalen. We worden aangespoord tot sneller lopen omdat we anders de sun- downer zonder ondergaande zon hebben. We rijden de laatste stukken 60 kilometer per uur, heerlijk. Er worden snel wat drankjes neer gezet omdat onze gids de achter blijvers wil gaan halen, maar dan komen ze er netjes aan in de verte, dus dat is niet meer nodig. De zon gaat mooi onder en wij rijden terug naar het hotel in de schemering. Het was een heerlijke tocht. Moe gaan we aan tafel.
woensdag 11 april 2018
Namibië dag 10: Sossusvlei, Sesreim Canyon en quadbiken.
De wekker ging vroeg vanmorgen en om kwart voor zes zaten we dan ook aan het ontbijt. Dat is hier heel gewoon, dan kan je vroeg op pad naar de Sossusvlei. Daar aangekomen waren we toch nog iets te vroeg, we stonden als zesde in de rij voor de poort. Meteen even een praatje aangeknoopt met mensen die we gisteren in het zwembad hadden gezien, ik was nieuwsgierig of zij het laatste stukje zelf gingen rijden. Als de poort open gaat rijden we allemaal het park in, netjes achter elkaar en de een stopt na 45 km bij Dune45 de ander rijdt door naar het eindpunt. Wij gaan ook door tot het eind, dat is 65 km. Dan volgt de uitdaging, de laatste vijf kilometer gaat door zand, rul, zacht zand waar menigeen zich vast rijdt. Je kan ook een taxi nemen, maar Leo gaat de uitdaging aan. Ik vind het spannend, we hotsen, schudden, glijden opzij, maar Leo houdt het gas er op en het gaat lekker. Als je denkt dat je het ergste hebt gehad, nee nog losser zand. Ik zie gestrande auto’s staan, best wel tot halverwege het wiel in het zand, maar zeg maar niets. Leo wist niet beter dan dat ze daar even geparkeerd stonden, iets bekijken. Maar hij gaat door en zonder vastrijden bereiken we het eindpunt. We lopen naar de Deadvlei, die bekend staat om de al eeuwen dode bomen die daar staan. De kleuren, het rode zand, de zoutvlakte die wit is, de blauwe lucht, het is zo mooi. We genieten, bekijken alles. Dan willen we toch een duin op. We besluiten aan het eind van de vlei naar boven te gaan en dat was voor mij niet zo’n goede keus. Wat is het zwaar om omhoog te gaan. Na 25 keer stoppen en nog niet halverwege wilde ik opgeven, maar Leo heeft mij erdoorheen geholpen en zijn we toch boven gekomen. Toen toch verder omhoog gegaan, over de rim lopen van de duin gaat wel iets beter. We genieten van de uitzichten, staan 100 keer stil, het is zwaar en mooi. Voor de terugweg kiezen we een ander pad, van bovenaf uitgestippeld. De duin af en door Hiddenvlei terug. Moe komen we bij de auto en gaan we aan een spannende terugtocht beginnen. Ik mag wel rijden van Leo, maar ik laat het toch maar aan hem over, het ging prima en tussendoor wisselen kan niet, je moet echt door anders sta je vast. Gelukkig gaat het weer goed.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten